SWAN 100MX MODIFICATIES

 Click Swan 100MX Mod.

 27-01-2011 Schema's bijgewerkt en foto bijgevoegd.

 

ZELF OSCILLEREN (10m)

 

 

Als de PRESELECTOR in de 10 m band goed wordt afgestemd, oscilleert de set al met ingedrukte PTT bij USB of LSB. Ik heb mij dagen en nachtenlang suf gezocht naar de oorzaak van het probleem. Desgevraagd bleken hams in de USA er ook mee te zitten: "I had the same problem with mine & never did get to the bottom of the problem. My 100MX has been setting on the shelf now for over a year." Ook: "That is exactly what mine does! I had come to the conclusion that there were to many interdependent circuits in this radio. Another member of this group had the same problem at the same time. I don't know if he ever fixed it or not."

PAØFVE wees mij op een onregelmatigheid in het schema dat een ongewenste meekoppeling zou kunnen veroorzaken. Het was echter een tekenfout en nu zijn (fig») de correcte doorverbindingen met een pijltje gemarkeerd.

Allerlei maatregelen zoals het dempen van kringen, verminderen van de versterking of meer tegenkoppeling in de transistor eindtrap brachten bij mij feitelijk geen echte oplossing. Uiteindelijk was de conclusie dat het voor bijna 100% zeker in het preselector circuit gezocht moest worden.

 

MODIFICATIE

 

 

Componenten aan de sporenzijde.

Rechts: een ferrietkraal over de binnenader.

 

Omdat het verschijnsel zich alleen op 10 m voordeed, verdacht ik op de PRESELECTOR BOARD de (nul)capaciteit van CR115 (BA244) als boosdoener. Immers het signaal van het z/o-relais gaat via C125 en CR115 naar T101 dat zowel voor zenden als ontvangen in bedrijf is. Op T101 komt het stuursignaal en het lekkende zendsignaal in fase aan. Toen de desbetreffende coaxkabel los gemaakt werd, was de 10 m band stabiel met mooie kerstboompjes op een scoop.

 

 

 

 

In het schema («fig») ziet u hoe het hier tenslotte elektronisch opgelost werd door bij zenden de ingang van condensator C125 met twee diodes kort te sluiten.

Desoldeer de binnenader van de (dunne) coaxkabel en monteer in het gat een 22–100 nF condensator. Dat is het punt P in het schema. Soldeer daarna de ader aan de andere kant van de condensator en monteer de rest van de componenten aan de sporenzijde, zie de eerste foto. Na deze operatie was de stabiliteit met een antenne eraan niet altijd evengoed en dat werd verholpen door een ferrietkraal over de binnenader aan het "begin" van de coaxkabel te schuiven. Men kan eventueel ook een snap-on ferriet ontstoorder op die plek over de kabel aanbrengen.

 

 

OVERSTURING

Bij de volgende QSO's kreeg ik het rapport dat er nog iets aan de modulatie niet in orde was; het leek op HF terugwerking. De oorzaak werd eerst gezocht in de microfoon, daarna de enigszins vreemde microfoon versterker en vervolgens aan een eventueel niet lineair gedrag van de transistor eindversterker. Uiteindelijk bleek het aan oversturing van de laatste te liggen. Kennelijk werden de technici van Atlas daar ook al mee geconfronteerd, gezien de aanwezigheid van R125 (47 Ω) op de PRESELECTOR BOARD en R101 (47 Ω) op de POWER AMP BOARD. Door meer verzwakking was in mijn set het probleem verholpen. Dat werd gedaan met een serieweerstand van ongeveer 12 Ω tussen de coaxkabel van de preselector naar de doorvoer van het PA compartiment. Zie de tweede foto bij het vorige onderwerp.

MICROFOON VERSTERKER

 

Volgens de manual heeft de microfoon aansluiting (J101) een impedantie van 25 kΩ. Dat was in de vorige eeuw goed geschikt voor een gemiddelde microfoon van ongeveer 50 kΩ. Tegenwoordig is 200–600 Ω een meer gebruikelijke waarde en dan geeft zo'n type te weinig signaal af aan de set.

 

Enige voorversterking en aanpassing is gewenst en daarom monteerde ik («fig) op de CARRIER OSC. BOARD een ontwerp dat in een eerder stadium bedacht werd voor een Heil 4 of 5 microfoon. De schakeling moest wel in de transceiver geplaatst worden omdat zonder beschadiging van de set, op de frontplaat geen plaats was om J101 («fig) te vervangen door een 4 polige microfoon connector. De extra pin was nodig om de voorversterker van spanning te voorzien. 

De modulatie met of zonder voorversterker klonk volgens velen nogal geknepen en de karakteristiek werd aangepast door op de EXCITER BOARD (fig») een 100 nF condensator parallel te schakelen aan C163 (10 n) en 4.7 nF parallel aan C164 (470 pF). Verder worden door de extra 4.7 nF capaciteit IC A103 en de microfoon beter ontkoppeld voor eventuele HF terugwerking.

ALC

 

De afvaltijd van de ALC werk traag waardoor er teveel HF compressie is. Hetzelfde effect alsof er een matig ingestelde HF clipper aan staat. Dat is teveel van het goede op een verkeerde plek en daarom werd op de PRESELECTOR BOARD condensator C111 (10 µF) vervangen door een 1 µF type.

 

AGC

 

Persoonlijk prefereer ik een wat langzamere AGC en dat werd verkregen door op de PRESELECTOR BOARD een 220 µF condensator parallel aan C132 (100µF) te schakelen. Men kan natuurlijk ook de originele elco vervangen door een 330 µF type.

 

ONTVANGER "OVERLOAD"

Voor een goed overzicht werden alle preselector modificaties in één schema opgetekend.

Bij sterke signalen in de 40 m band werd de ontvanger overstuurd. De extra 100 Ω weerstand bij het knooppunt van CR111 (BA244) en R114 (680 Ω) is een voorlopig experiment. Tijdens ontvangst vormt deze component samen met de geleidende diode CR111 en weerstand R113 (100 Ω) een verzwakker voor het signaal naar de diode ringmixer. Tevens ziet de mixer ingang dan een impedantie van ongeveer 50 Ω. Omdat ook de belasting in de drain van Q101 omlaag gaat, vermindert de versterking van de FET.

Door deze verandering is er geen "rx overload" en inmiddels is gebleken dat het inderdaad een verbetering is ten opzichte van de ongewijzigde toestand.

9000 kHz IF FILTER

 

Full size SHOWA filters.

Model SF0922B: 8 pole 9000 kHz

In en output impedance: 500 Ω

BW: 2.30 kHz/-6 dB, 4.14 kHz/-60 dB

 

 

Het originele SHOWA 9001.65 kHz model SF0927A middenfrequent filter is 2.7 kHz breed. Het plan was om dat te vervangen door een KVG XF-9B, maar er lag bij mij ook nog een SHOWA («fig) model SF0922B met een 2.2 kHz bandbreedte. Het bleek dat de montage en pin aansluiting precies hetzelfde was als het originele filter, dus een "drop-in" type alleen de hoogte was minder. Omdat ik goede ervaring had met dit model in een FT7 werd het ook in deze SWAN 100MX gemonteerd.

Via internet is zo'n filter nog wel te vinden en jaren geleden kocht ik het op dezelfde wijze in de USA. De G-QRP club had het destijds in zijn service pakket openomen. Momenteel hebben zij voor leden een 6 polig 9 MHz filter, maar het type wordt niet vermeld. Zie ook mijn FT7 artikel

 

Hoewel het waarschijnlijk mogelijk is om met extra capaciteiten parallel aan (fig») C105 en C111 de originele kristallen 9000.0 kHz en 9003.3 kHz omlaag te trekken, werden zij vervangen door 8998.5 kHz en 9001.5 kHz afkomstig uit een YAESU FT200. Met de trimmers C104, C109 en C108 zijn de correcte frequenties in te stellen.

Nadat er met een twee-toon generator en de balansinstelling van T101 (carrier osc. print) het een en ander geoptimaliseerd werd, bleek dat het beter was om de LSB en USB frequenties in te stellen op 8998.55 en 9001.55 kHz.

 

 

 Aanvankelijk werd het filter gemonteerd zonder enige verandering aan het circuit. Omdat het een geringe moeite bleek te zijn, toch maar besloten om te belasten («fig) met een berekende impedantie zo dicht mogelijk bij 500 Ω. Vandaar de afwijkende componenten aan de in en uitgang. Wat al verwacht werd bleek te kloppen, de weerstanden veroorzaken verzwakking dat gecompenseerd werd door 220 Ω parallel aan R105 (470 Ω) te monteren. De nieuwe componenten kunnen zonder de print te beschadigen aan de sporenzijde gesoldeerd worden.

Als men met Ahhh…de microfoon uitstuurde, dan waren met het originele filter de kerstboompjes op een scoop niet wat ik gewend was. Met het vervangende filter ziet het beeld er als vanouds uit en men heeft geen last meer van een "net" signaal in een naburig kanaal.